François Van Bauwel

Winter voor de Otter

 
 

 

 
 



Otter

Otters leven bij afgelegen meren, rivieren en moerassen met dichtbegroeide oevers. De otterburg ligt meestal goed verscholen onder overhangende boomwortels. In rotsige kuststreken bevindt het hol zich vaak tussen de stenen.
Mannetje en wijfje leven apart van elkaar en komen alleen voor de paring bijeen. De partners vinden elkaar door middel van geursporen, maar ook wel door hun gefluit. Voor de paring jagen ze zowel op het land als in het water speels achter elkaar aan.  De draagtijd duurt 60 dagen. Ze werpen 2 tot 5 jongen, de jongen worden blind en zonder tanden geboren. Aanvankelijk hebben de jongen een fijne, grijze vacht. Het wijfje brengt ze alleen groot - er is dus sprake van een moederfamilie. Zodra de jongen een waterdichte pels hebben, leert de moeder hen zwemmen. Otters van één gezin spelen graag met elkaar.  Na een jaar valt het gezin uiteen. De jongen zoeken een eigen territorium.
Het voedsel bestaat meestal uit kleine prooidieren, die tussen de tanden aan land wordt gebracht. Otters jagen op gemakkelijk te vangen prooien: in de zomer is dat  paling en in de winter voorn. Vis vormt zijn hoofdvoedsel, maar hij eet ook eieren, kikkers, vogels, muizen en ratten.
Om snel te kunnen zwemmen is de Otter gestroomlijnd, met kleine oren, een lang lichaam, een krachtige, spits toelopende staart en korte, sterke poten met zwemvliezen tussen de tenen. Ogen, oren en neusgaten liggen in één lijn bovenop de kop, zodat ze bij het zwemmen juist boven water uitsteken. Door veel poetsen zorgt de Otter voor een glanzende, waterdichte vacht. De dichte ondervacht houdt een isolerende luchtlaag vast en blijft onder water droog door het lange bovenhaar.
Maar weinig mensen hebben in onze streken ooit een Otter in de natuur gezien. Begin 20ste eeuw werd hij tot het schadelijk wild gerekend en de overheid betaalde premies voor gedode otters  tot in 1965. De belangrijkste oorzaak van de achteruitgang van de otterstand was tot voor kort echter de waterverontreiniging door giftige bestrijdingsmiddelen. Voor vissen was de concentratie nog niet gevaarlijk, maar bij de otters stapelde het gif zich geleidelijk op door de grote hoeveelheden vis die ze eten, een volwassen mannetje eet  dagelijks ruim een kilo vis. Op diverse plaatsen worden pogingen ondernomen om tot otterreservaten te komen. Het ontbreken van voor de Otters geschikte verbindingen tussen de grote territoria vormt echter een bijna onoverkomelijk probleem.