François Van Bauwel

Winter voor de Lynx

 
 

 

 
 


Lynx

De lynx is een solitaire bosbewoner die vooral 's nachts op jacht gaat. Hij markeert zijn territorium door het spuiten van urine. Lynxen zijn erg schuw en leiden een verborgen bestaan. De lynx voelt zich het meeste thuis in de bergen (tot 2500m) met uitgestrekte, eenzame bossen met ondergroei. De lynx is de grootste katachtige van Europa. Het is een hoogpotige kat met lange oorpluimen en  bakkebaarden, de vacht is  duidelijk gevlekt.
Hij vangt  hazen, kleine knaagdieren, vogels soms kleine reeën. De lynx besluipt zijn prooi of verrast deze vanuit een hinderlaag.
De paartijd valt in maart. De draagtijd duurt 70 dagen. Jaarlijks is er één worp van 2 tot 4 jongen. Jonge lynxen worden 6 maanden gezoogd. Ze gaan pas na 12 maanden op zoek naar een beige gebied.  Een volwassen Lynx heeft een lengte van 80 - 100 cm en een gewicht van 15 - 25 kg
Vroeger kwam hij in heel Europa voor. Na de komst van vuurwapens werd hij in West- en Midden-Europa zeldzaam en in de 19de eeuw stierf hij hier uit. Enkele jaren geleden werd hij opnieuw uitgezet, men kan constateren dat hij zich veel beter kan aanpassen dan werd vermoed. Het hoofdprobleem is ook niet het ontbreken van geschikte biotopen, maar de onverdraagzaamheid van de mens en de angst voor het roofdier. Het bestand in Zwitserland wordt op 100 dieren geschat. Ook in het Bayrische Wald, Karinthië/Stiermarken en in de Elzas is herinvoering gelukt.