Lynx
De lynx is een solitaire bosbewoner die vooral
's nachts op jacht gaat. Hij markeert zijn territorium
door het spuiten van urine. Lynxen zijn erg schuw en
leiden een verborgen bestaan. De lynx voelt zich het
meeste thuis in de bergen (tot 2500m) met uitgestrekte,
eenzame bossen met ondergroei. De lynx is de grootste
katachtige van Europa. Het is een hoogpotige kat met
lange oorpluimen en bakkebaarden, de vacht is
duidelijk gevlekt.
Hij vangt hazen, kleine knaagdieren, vogels soms
kleine reeën. De lynx besluipt zijn prooi of verrast
deze vanuit een hinderlaag.
De paartijd valt in maart. De draagtijd duurt 70 dagen.
Jaarlijks is er één worp van 2 tot 4 jongen. Jonge
lynxen worden 6 maanden gezoogd. Ze gaan pas na 12
maanden op zoek naar een beige gebied. Een volwassen
Lynx heeft een lengte van 80 - 100 cm en een gewicht van
15 - 25 kg
Vroeger kwam hij in heel Europa voor. Na de komst van
vuurwapens werd hij in West- en Midden-Europa zeldzaam
en in de 19de eeuw stierf hij hier uit. Enkele jaren
geleden werd hij opnieuw uitgezet, men kan constateren
dat hij zich veel beter kan aanpassen dan werd vermoed.
Het hoofdprobleem is ook niet het ontbreken van
geschikte biotopen, maar de onverdraagzaamheid van de
mens en de angst voor het roofdier. Het bestand in
Zwitserland wordt op 100 dieren geschat. Ook in het
Bayrische Wald, Karinthië/Stiermarken en in de Elzas is
herinvoering gelukt.
|
|
|
|