François Van Bauwel

                     Rugstreeppad

 
 

 

 
 


Rugstreeppad
 

 Rugstreeppad is als elk inheems amfibie beschermd. We treffen ze aan op warme, open, zandige terreinen. Er moet echter wel water in de buurt zijn voor de voortplanting. Het zijn snelle lopers en goede klimmers, die leven van insecten. Op warme voorjaarsavonden kun je de roep van deze pad horen. De rugstreeppad is een middelgrote pad, iets kleiner dan de gewone pad. De kop en de romp hebben een vrij gedrongen bouw, de poten zijn kort en fors. De rugkleur is grijsbruin en bezaaid met knobbels en wratten. Kenmerkend voor de soort is echter de smalle, geelwitte streep die over het midden van de rug loopt. Ze worden echter slechts zelden waargenomen aangezien ze vooral 's nachts actief zijn. Ze beschermen zich tegen de hitte van de dag door zich in te graven. Zo als andere amfibieën houden rugstreeppadden een winterslaap. Eind september trekken ze naar hun winterbiotoop, daar graven ze zich in en brengen zo de winter door. Ten vroegste vanaf maart april ontwaken ze uit hun winterslaap. Voor hun voortplanting zijn ze gebonden aan ondiepe plassen met weinig of geen vegetatie. De hoge watertemperatuur in deze poelen zorgt voor een snelle ontwikkeling van de larven.Het verdwijnen van voortplantingsplassen is de belangrijkste bedreiging waarmee de rugstreeppad geconfronteerd wordt. Op de Rode lijst van de amfibieën in Vlaanderen wordt de rugstreeppad vermeld als zeldzaam.