Koereiger
Vrij kleine, witte reiger met compact lichaam, korte snavel en
vrij korte, vaak ingetrokken gehouden hals. Ronde kop met
witte kinbevedering tot ver op ondersnavel. Snavel geel en
poten geelgrijs, beide in paartijd roodachtig, met oranje
veren op kruin, borst en mantel. Actief en beweeglijk, 'rijdt'
op grote zoogdieren. Vliegt in kleine, onordelijke troepen of
in linie, met snelle vleugelslagen. Hij leeft tussen grazend
vee, op akkers en grasland, maar zeker ook in natte moerassen.
Eet insecten, die opgejaagd worden voor vee, vooral
wegspringende sprinkhanen.
Lengte: 42-52 cm - spanwijdte: 82-95 cm
Broedkolonies wonen in bomen en struiken aan meren en
rivieren.
Breidt zich lichtjes uit. |
|
|
|