Gekraagde roodstaart
Alle roodstaarten hebben een
onophoudelijk op een neer trillende staart. Het mannetje van de gekraagde
roodstaart heeft roodbruine flanken en stuit, een oranjerode borst, een
vuilwitte buik en grijze flanken. De kop is bovenaan wit, de keel en de
wangen zijn zwart. Het is een trekvogel die in West-Europa broedt maar
overwintert in het Sahelgebied en de Boven-Nijl tot in Kenia. Hij houdt
van hoge bomen die ver uit elkaar staat waar hij vooral op insecten,
larven, spinnen en slakken kan jagen. Als toetje kan er altijd wel één of
ander besje in. |