François Van Bauwel

Photo-Journalism in India

Slideshow  

     
  

India

 


Geschiedenis
De geschiedenis begin zo'n 6.000 jaar geleden toen er een beschaving rond de rivier de Indus ontstond. Hier werden de eerste steden gebouwd. India is de bakermat van twee grote godsdiensten: het hindoeïsme en het boeddhisme. Door de eeuwen heen werd het land meerdere malen door overheersers bezet.
Naast de twee officiële talen het Hindi en het Engels zijn er nog 14 andere talen die overal in het land gesproken worden. De meeste mensen spreken hun eigen plaatselijke taal. Het hindoeïsme is er de meest verspreidde godsdienst, maar je vindt er ook veel moslims, christenen en boeddhisten. De rivier de Ganges zorgt in het midden van het land voor vruchtbare akkers en in het zuiden ligt een droge hoogvlakte omgeven door een warm kustgebied. Met 850 miljoen inwoners is India na China het dichtst bevolkte land ter wereld. Ongeveer 30% van de bevolking woont in de grote steden en werkt in fabrieken en kantoren. Het overige deel woont in kleine, arme dorpjes en werkt op het platteland.

Uitzicht
Tussen het India en China in het noorden ligt het Himalayagebergte. In het westen gaat het Himalayagebergte over in het Karakoramgebergte dat de noordgrens met Pakistan vormt. Er wonen maar weinig mensen in dat gebied maar toch zijn de bergen voor de bevolking van zeer groot belang. De meeste rivieren die de vruchtbare akkers bevloeien, ontspringen in het Himalayagebergte.
De Ganges stroomt vanaf het Himalayagebergte in oostelijk en dan naar het zuiden. De rivier is 2510 km lang en stroomt door Bangladesh naar zee in de Golf van Bengalen. Voor de Hindoes is de Ganges een heilige rivier.

Economie
India is de grootste theeproducent ter wereld. De lage theestruiken gedijen goed op de vochtige uitlopers van het Himalayagebergte. De bladeren bij de knop worden gedroogd, geplet en verhit tot het eindproduct thee.
Theeplukken wordt door vrouwen gedaan. Ze maken lange dagen.
Bedrijven van textiel, tapijten en kleding zijn gekend, maar miljoenen mensen spinnen, weven en bewerken katoen aan huis en bedrukken het dan. Er wordt veel textiel geëxporteerd.

Cultuur
De traditionele Indiase muziek is ingewikkeld met allerlei ritmes. De melodieën gaan uit van een serie vastgestelde noten die de basis vormen de melodie. Nu is bij de jongere de bhangra populair. Het is een combinatie van oude Indiase muziek en westerse rockmuziek.
De dans hoort bij de Indiase muziek. De passen en houdingen hebben meestal een speciale betekenis.

Grote steden
Delhi

De oude stad Delhi ligt op de noordelijke vlakten van India. In 1638 werd Delhi de hoofdstad. De Britten maakten Calcutta tot hoofdstad. In 1912 begonnen de Britten aan de rand van Delhi met de bouw van een nieuwe stad van waaruit ze India konden regeren. Sinds 1931 is New Delhi de hoofdstad van India.
Bombay
Bombay met tien miljoen inwoners, is de grootste stad van India. Het is de hoofdstad van Maharashtra. Het is de havenstad voor de handel in het westen van het land. In de omgeving wordt de meeste katoen gekweekt. De helft van de bevolking werkt in de katoenindustrie.

Ontdekking
De ontdekkingsreiziger Vasco da Gama ontdekte de zeeweg naar India via Kaap de Goede Hoop in 1498. In dat jaar landde hij op de zuidwestkust van India in Calicut. Nadat Goa in 1510 veroverd werd, wisten de Portugezen tot en met de 17e eeuw een handelsmonopolie te behouden in deze regio.
Ook de andere grote zeevarende naties lieten hun ogen op India vallen. De Hollanders stichtten handelsposten in Zuid-India en de Fransen bezaten vanaf 1672 verschillende handelskolonies in Pondicherry. De meeste macht en invloed kreeg de Engelse Oost Indische Compagnie, met handelsposten in Surat,  Chennai, Mumbai en Calcutta. Zowel de Franse als de Engelse compagnieën hielden zich allen bezig met de handel.
Het eigenbelang stond voorop in de strijd tussen Frankrijk en Groot-Brittannië en bereikte het hoogtepunt in de Slag bij Plassey in Bengalen (1757). De Britten versloegen een enorm Bengaals leger dat gesteund werd door de Fransen.

Britse suprematie

Honderd jaar later stond ca. 60% van het Indiase grondgebied onder directe Britse controle. De rest van het land werd bestuurd door lokale vorsten en maharadja’s die wel de soevereiniteit moesten erkennen van de Engelsen.
In 1857 brak de Sepoy-opstand uit, de eerste grote opstand tegen de Britse machthebbers. De opstand werd zeer hardhandig neergeslagen en de regering in Groot-Brittannië reageerde door in 1858 het bestuur in handen te geven van een gouverneur. De East India Company was volledig uitgespeeld. In datzelfde jaar werd de laatste mogolkoning afgezet, daarmee kwam er een definitief eind aan het mogolrijk. In 1877 werd koningin Victoria uitgeroepen tot keizerin van India.
India maakte nu deel uit van het Britse rijk, de Indiërs waren onderdanen van koningin Victoria. Van 1840 tot 1914 was India de belangrijkste handelspartner van de Britten en het land kreeg een vrij grote mate van autonomie. I

Nationalistische gevoelens
De Indiërs kregen in de tweede helft van de 19e eeuw meer en meer politiek bewustzijn en begonnen zich af te zetten tegen de Britse koloniale overheersers. Ook eisten zij meer invloed op in het landsbestuur. Al snel ontstond er een radicale stroming, die ook niet voor geweld terugdeinsden. In 1906 scheidden de moslims zich af en werd de Moslim Liga opgericht. Verdeel en heers dachten de Britten en zo geschiede.
Door de Britten te steunen tijdens de Eerste Wereldoorlog hoopten de Indiërs op een onafhankelijk Gemenebestland te worden. Dit streven werd wreed onderdrukt op 13 april 1919, toen tijdens een demonstratie in Amritsar (deelstaat Punjab) de Britten zonder aanleiding 379 demonstranten doodden en verder vielen er meer dan 1200 gewonden.

Gandhi en Nehru
Gandhi India Door deze ongelukkige actie van de Britten wakkerde het nationalisme verder aan, onder leiding van de charismatische Mohandas Karamchand (Mahatma) Gandhi. Na een rechtenstudie in Engeland en een verblijf in Zuid-Afrika keerde hij in 1915 terug naar India.
Hij kreeg al snel een vooraanstaande positie en begon in 1920 met een grote campagne voor zelfbestuur. Deze beweging kenmerkte zich door geweldloze acties, die daardoor lastig te bestrijden waren door de Britten. De Britten veroordeelden hem tot zes jaar gevangenisstraf, maar vanwege zijn slechte gezondheid werd hij al in 1924 weer vrijgelaten.
In 1930 werd Gandhi door Pandit Jawaharlal Nehru, de voorzitter van het Congres, aangesteld als leider tegen het zoutmonopolie van de regering. In 1931 nam Gandhi deel aan een rondetafelconferentie in Londen over de toekomst van zijn land. Deze conferentie leverde een papier op.
In de Tweede Wereldoorlog wilde een meerderheid van het Congres de Britten steunen in ruil voor onafhankelijkheid na de oorlog. De Britten weigerden hierop in te gaan waarna het Congres de actie ‘Verlaat India’ startte, die echter alleen maar resulteerde in de arrestatie van de leider van deze actie.

India onafhankelijk, Pakistan scheidt zich af
Nehru India Na de oorlog kwamen de Britten toch tot de conclusie dat koloniale status van India niet meer te handhaven was. De soevereiniteitsoverdracht ging echter niet zo soepel door de tegenstellingen tussen hindoes en moslims. Het Congres werd op dat moment gedomineerd door hindoes die voor een onafhankelijke staat voor alle Indiërs waren. De Moslim-liga onder leiding van Jinnah wilde een eigen moslimstaat, Pakistan. In 1946 werd het land verdeeld in twee staten, India en Pakistan. De overdracht vond plaats op 15 augustus 1947  en vanaf dat moment waren het hindoeïstische India en het islamitische Pakistan twee onafhankelijke staten. Ze bleven beide wel bij het Gemenebest en Lord Mountbatten trad als gouverneur namens Groot-Brittannië op. Minister-president Nehruan India werd Congresleider.  Problemen deden zich vooral voor in de Indiase deelstaat Punjab. er  vielen een een half miljoen doden.
Op dat moment waren er in India ongeveer 500 vorstendommen die zich aansloten bij India of bij Pakistan en een grote mate van zelfstandigheid behielden. Een probleem ontstond door de hindoevorst van het overwegend islamitische Kasjmir.  In 1948 ontstond er een Indiaas-Pakistaanse oorlog. De Verenigde Naties intervenieerde en zorgde voor een wapenstilstand. Maar de kwestie Kasjmir vertroebelt nog steds de relatie tussen India en Pakistan.
Op 10 januari 1948 werd  Gandhi vermoord.
Op 21 juni 1948 legde Mountbatten zijn functie neer.
Op 26 januari 1950 werd in New Delhi de republiek uitgeroepen.
In de jaren vijftig kon Nehru's India een bemiddelaarsrol in het Korea-conflict spelen.

Periode Indira Gandhi
Indira Gandhi Begin jaren zestig van de vorige eeuw vertroebelde de kontakten tussen met buurland China. Zowel China als India maakten namelijk aanspraken op delen van Ladakh en uiteindelijk volgde er in 1962 een Chinese invasie.
In 1961 had India de Portugese gebieden Goa, Daman en Diu blijvend bezet (in 1974 door Portugal erkend).
Nehru overleed in 1964 en werd opgevolgd door Lal Bahadur Shastri, die meteen in een oorlog verzeild raakte met Pakistan over de moerasprovincie Rann van Kutsch en de kwestie Kasjmir. In 1965 brak een tweede Pakistaans- Kasjmir en  leidde in januari 1966 tot de wapenstilstand van Tasjkent.
Shastri overleed op 11 januari 1966 en de nieuwe premier werd Indira Gandhi, de enige dochter van Nehru en trouwens geen familie van Mahatma Gandhi. Ze werd echter wel de leider van een land dat in grote economische en sociale problemen verkeerde. Bovendien brak er onder haar bewind een grote hongersnood uit.
In 1971 brak er voor de derde keer een oorlog uit tussen India en Pakistan om de kwestie Kasjmir. De verkiezingen van 1971 werden door de Congrespartij van Gandhi gewonnen dankzij haar belofte om een einde te maken aan de armoede. Extra populair werd ze door het ingrijpen van India in Oost-Pakistan, waar de onafhankelijke staat Bangladesh in december werd uitgeroepen. Door alle conflicten met Pakistan en China werd India in de richting van de Sovjet-Unie gedreven, zeker na steun van China en de Verenigde Staten aan Pakistan. In 1971 sloot India een vriendschapsverdrag met de Sovjet-Unie.
Begin jaren zeventig daalde de populariteit van Indira Gandhi snel door gevallen van corruptie, tijdens de verkiezingen van 1971. Ook het uitblijven van door Indira Gandhi beloofde landhervormingen. Om het prestige van India te vergroten werd in 1974 de eerste ondergrondse kernbom tot ontploffing gebracht. In mei 1975 werd Sikkim geannexeerd en tot bondsstaat verklaard.
Om meer steun te krijgen riep Gandhi vol vertrouwen in 1977 nieuwe verkiezingen uit, die slecht verliepen voor haar Congrespartij. Een regeringsoproep voor gedwongen sterilisatie om de bevolkingsgroei te stoppen was ook oorzaak van de verkiezingsnederlaag.
De Janata-partij onder leiding van Morarji Desai kwam nu aan de macht (premier werd Charan Singh), een coalitie van oppositiepartijen. Zonder een goed politiek programma nam de chaotische toestand in India snel toe en het was dan ook niet vreemd dat de verkiezingen van 1980 weer een overwinning voor Indira Gandhi opleverde en zij voor de tweede keer premier werd. In deze nieuwe regeringsperiode staken weer diverse etnische conflicten de kop op, vooral in Noord- en Centraal-India.
Met name in de Punjab, het thuisland van de Sikhs, deden zich ernstige ongeregeldheden voor. De Sikh-meerderheid voelde zich achtergesteld en economisch leeggezogen door de centrale overheid, zonder daar iets voor terug te krijgen. De gematigde Sikh-partij eiste zelfbestuur, meer geld en een aantal zaken van religieuze aard. Radicale Sikhs eisten zelfs een onafhankelijke staat, Khalistan genaamd. Ze zetten hun eis kracht bij door middel van terreuracties tegen de hindoe-middenklasse en later tegen alle hindoes en zelfs tegen de gematigde Sikhs. De Gouden Tempel in Amritsar was het bolwerk van de extremisten en deze tempel werd op 6 juni 1984 bestormd door het Indiase leger, op bevel van Indira Gandhi. Ongeveer 1500 mensen, waaronder zeer veel Sikhs, werden tijdens de gevechten gedood. Deze actie kostte Indira Gandhi indirect haar leven: op 31 oktober 1984 werd ze vermoord door twee van haar eigen Sikh-lijfwachten.
Als reactie hierop richtte zich de woede van de bevolking op de Sikhs en alleen al in New Delhi werden drieduizend Sikhs vermoord. Op 13 november. 1984 kondigde de nieuwe premier algemene verkiezingen aan voor 24 december. De overwinning van Rajivs Congrespartij was overweldigend (80% van de zetels).

Periode Rajiv Gandhi

Rajiv Gandhi Indira Gandhi werd als premier opgevolgd door haar zoon Rajiv Gandhi. Hij werd een geliefd leider maar ook hij wist geen verzoening met de Sikhs te bereiken, ondanks zijn bereidheid tot flexibiliteit tegenover separatisten. Er werd nog wel een akkoord gesloten met de Akali Dal-partij –Akkoord van Punjab-, maar de onrust en de aanslagen bleven doorgaan en in 1986 ontsnapte Rajiv nog net aan een aanslag.
Bij de verkiezingen van november 1989 leed de Congrespartij van Rajiv Gandhi een desastreuze nederlaag als gevolg van een corruptieschandaal. Gandhi werd opgevolgd door V.P. Singh als premier van een minderheidsregering die bestond  Bharatiya Janata (BJP) en de communisten. Ook Singh werd echter voortdurend geconfronteerd met etnisch geweld in de Punjab, in Uttar Pradesh en natuurlijk Kasjmir. Eind 1989 volgde er in Kasjmir een gewapende opstand door militante moslims, die afscheiding van India eisten. Na slechts één regeringsjaar viel de regering-Singh in november 1990 over de bouw van een omstreden hindoetempel in Ayodhya, en de BJP bracht de regering uiteindelijk ten val.
Het geweld tijdens de nieuwe verkiezingen bereikte een dieptepunt met de moordaanslag op Rajiv Gandhi. De dader was een vrouwelijk lid van de militante Tamil Tijgers, die Gandhi beschouwden als een verrader vanwege zijn bemoeienissen met de burgeroorlog op Sri Lanka.

Periode Rao
De verkiezingen werden gewonnen door de Congrespartij, echter zonder een meerderheid te behalen. Ook nu was men weer gedwongen om een minderheidsbeweging te vormen door de nieuwe premier P.V. Narasimha Rao. Onder Rao volgde een snelle economische groei door liberalisering en protectionistische maatregelen die afgeschat werden. Hierdoor namen de buitenlandse investeringen flink toe. Voor het arme deel van de bevolking werd de situatie echter nauwelijks beter doordat subsidies werden afgeschaft en de inflatie steeds hoger werd.
Ondertussen werd het wat rustiger in de Punjab, maar Kasjmir bleef een kruidvat. Eind 1992 speelde de kwestie rond de Rama-tempel op. Hindoe-fundamentalisten bestormden de Babar-moskee, die compleet vernield werd en vervangen door een hindoetempel. Daarop escaleerde de zaak volkomen en kwamen duizenden hindoes en moslims in heel India om het leven. Een aardbeving in september 1993 kostte meer dan 20.000 mensen het leven.

Periode Vajpayee

Vaypajee De grote verliezer van de verkiezingen van mei 1996 werd de regerende Congrespartij. De partij eindigde na de BJP en het Verenigd Front op de derde plaats, de zwaarste nederlaag in het bestaan van de partij. Ook nu was er weer een corruptieschandaal die de Congrespartij de das omdeed er er de oorzaak van was dat ex-premier Rao aftrad als voorzitter van de Congrespartij. Ook armen en kastelozen die niet profiteerden van de economische bloeiperiode stemden vooral niet op de Congrespartij. Het Verenigd Front, met premier Deve Gowda, vormde weer een minderheidsregering met gedoogsteun van de Congrespartij. Iets meer dan een jaar later bracht diezelfde Congrespartij de regering ten val. In maart 1998 vroeg president Narayanan, de eerste 'onaanraakbare' president, de leider van de nationalistische hindoepartij BJP, Atal Behari Vajpayee, een nieuw kabinet te vormen.
Kesri trad in maart 1998 af als leider van de Congrespartij ten gunste van Sonia Gandhi, de weduwe van Rajiv Gandhi. Ook in maart 1998 riep de Pakistaanse premier Nawaz Shamir zijn Indiase collega Vajpayee op de dialoog tussen beide landen te hervatten. Herhaaldelijk beloofde de regering het liberaliseringsbeleid voort te zetten, maar de meeste wetten en privatiseringen werden door de sterke linkervleugel in het parlement tegengehouden.
Op 11 en 13 mei 1998 voerde India in de woestijn in Rajasthan vijf ondergrondse kernproeven uit. De kernproeven werden vooraf gegaan door militante taal ten opzichte van China en Pakistan. De jubelstemming bij de aanhangers van de regering duurde niet lang. Pakistaanse kernproeven enkele weken later maakten een einde aan de Indiase superioriteit en de door de westerse landen afgekondigde sancties brachten eind 1998 India ertoe aan te kondigen het kernstopverdrag te zullen ondertekenen.
Na de atoomproeven verslechterden de verhoudingen tussen India en Pakistan verder, ondanks overleg om de betrekkingen te verbeteren. Het eerste bezoek van een Indiase premier aan Pakistan in tien jaar werd tevens het begin van de eerste directe busverbinding tussen beide landen, toen premier Vajpayee met zijn gevolg als erepassagiers de eerste busrit van Delhi naar Lahore meemaakten. Tijdens de daarop volgende topontmoeting met de Pakistaanse premier Nawaz Sharif werd afgesproken maatregelen te nemen om de kans op ongelukken met kernwapens te verkleinen.
De verkiezingen van september/oktober 1999 werden gewonnen door de Nationale Democratische Alliantie (NDA), een nieuwe coalitie van veertien regionale, hindoeïstische en seculiere partijen onder leiding van de BJP.

21e eeuw
Op 26 januari 2001 werd West-India getroffen door een aardbeving met een kracht van 7,7 op de schaal van Richter. Het epicentrum lag bij Bhuj, een stad in Gujarat. Meer dan 300 dorpen in de omgeving werden met de grond gelijk gemaakt en de hele staat werd zwaar getroffen. Meer dan 20.000 mensen kwamen om en nog meer mensen werden dakloos.
In 2001 werd de regering Vajpayee achtervolgd door een aantal financiële en
corruptieschandalen en in de eerste maanden van 2002 leed de BJP tijdens vier deelstaatverkiezingen forse verliezen. In de deelstaat Gujarat vonden in februari-april 2002 ernstige religieuze onlusten plaats tussen hindoes en moslims, waarbij ca. 2000 personen, veelal moslims, de dood vonden en 140.000 personen ontheemd raakten.
In de deelstaat Jammu & Kasjmir vonden eind september/begin oktober in vier fases deelstaatverkiezingen plaats. De periode daaraan voorafgaand ging met veel geweld gepaard, waaronder ca. 400 doden. De zittende regering van vader en zoon Abdullah, de National Conference, verloor zwaar, maar bleef de grootste partij in het parlement. De Congrespartij en de People’s Democratic Party vormden een coalitieregring.
Begin juli werden vervolgens enkele belangrijke wijzigingen in het nationale kabinet doorgevoerd om de positie van de BJP te versterken. Op 15 juli 2002 werd de moslim A.P.J. Abdul Kalam gekozen tot nieuwe president van India.
De parlementsverkiezingen van mei 2004 werden verrassend gewonnen door de Congrespartij van Sonia Gandhi, de weduwe van de vermoorde oud-premier Rajiv Gandhi. Premier Vajpayee van de regeringscoalitie trad af en zijn besluit om de verkiezingen met een half jaar te vervroegen bleek achteraf funest.
De Congrespartij (145 zetels) en haar bondgenoten (72 zetels) haalden samen met de linkse partijen (61 zetels) 278 van de 543 parlementszetels. De Bharatiya Janata Party van Vajpayee haalde 183 zetels en andere kleine partijen en onafhankelijken kwamen uit op 69 zetels. In totaal brachten 380 miljoen mensen hun stem uit.
Tot grote verrassing en verbijstering van iedereen liet Sonia Gandhi al snel weten het premierschap niet te accepteren. Uit protest tegen Gandhi’s weigering legden alle leden van het centrale comité van de partij hun functie neer. Gandhi hield echter voet bij stuk, naar verluidt hadden angst voor een aanslag op haar leven en over haar Italiaanse afkomst haar ervan weerhouden de functie te aanvaarden.
Daarop schoof de Congrespartij de 71-jarige technocraat Manhoman Singh naar voren, die de functie aanvaardde en de nieuwe premier van India werd, terwijl Sonia Gandhi aanbleef als partijleider.
Singh beloofde onder andere dat hij de bestaande economische hervormingen zou handhaven en riep investeerders op het land niet in de steek te laten. Ook beloofde hij vrede met buurland Pakistan prioriteit te geven en gaf daarmee aan de ingezette weg van zijn voorganger Vajpayee en de Pakistaanse president Musharaff te willen volgen.